In Versailles zijn veel mogelijkheden om te logeren. Het pluspunt van het Novotel is dat het een ondergrondse parking heeft waar de motor veilig kan ondergebracht worden. Het hotel is gemakkelijk te bereiken vanaf de Autoroute de Normandie (A13).
Je verlaat de stad langs het Forêt Domaniale de Versailles.

Het aquaduct van Buc diende om het water dat verzameld werd op het Plateau van Saclay in het zuiden van Versailles naar de waterpartijen in het park van Versailles te leiden en zo de watervoorziening van het paleispark te verbeteren.
De bovengrondse structuur heeft tussen het noordelijke en het zuidelijke uiteinde een lengte van 580 m. Het heeft 19 ronde bogen van 9 m breed en tot 21 m hoog. Het water stroomt in een kanaal van 1 m breed en 1,9 m diep, bedekt met stenen platen. Het aquaduct werd gebouwd op aandringen van Lodewijk XIV in de jaren 1684 tot 1686. Aanvankelijk werden pogingen ondernomen om het dal met een duiker over te steken, maar de leidingen waren niet bestand tegen de waterdruk. Daarom werd de valleibodem gevuld met een aarden dam en werd daarop het aquaduct gebouwd.
Sinds 1952 is het Buc-aquaduct geklasseerd als historisch monument. Voor wie foto's wil nemen kan je best parkeren op de parking bij het begin.

In Yvelines, bij de ingang van de stad Buc, heeft een Mirage III op de grond zijn glans herwonnen dankzij de onbaatzuchtigheid van liefhebbers. Aangeboden door Dassault Aviation in de vroege jaren 2000, beleeft de Mirage III R 306, gestationeerd in de stad Buc, een tweede, zo niet een derde, jeugd. Het vliegtuig verliet de fabriek in 1963 en deed dienst tot het begin van de jaren 80. Het vervolgde zijn weg naar het Flight Test Centre-Orge (in Essonne) tot het midden van jaren 90. Zijn carrière eindigde als dienstvliegtuig, voordat hij een paar jaar later werd aangeboden aan de stad Buc. Sindsdien is hij 'vreedzaam' geïnstalleerd op 50 meter van de oude poort van het Louis-Blériot Aéroparc. Dit vlaggenschip van het Franse leger en Dassault Aviation is nu in zijn originele kleuren te zien.

Wie nog even wil tanken kan terecht aan het tankstation aan de Intermarché.
Je vervolgt je weg door een open landschap dat even verder plaats maakt voor het bos van Port-Royal. Beschut in de Yvette-vallei, kom je door het natuurreservaat van Saint-Rémy dat bestaat uit een mozaïek van bebossing, weiden, vijvers en moerassen.
Het landschap is steeds zeer afwisselend. De wegen zijn ook steeds in uitstekende staat wat het rijden hier heel aangenaam maakt.

Het kasteel van Celle-les-Bordes werd tussen 1607 en 1614 gebouwd, twintig jaar voor de bouw - een paar mijl verderop - van het eerste jachthuis van Lodewijk XIII in Versailles. Gelegen in het park van de bovenste vallei van Chevreuse in het bos van Rambouillet, beroemd om zijn koninklijke jachten, behoorde het toe aan de beroemde hertogin van Uzès (1847-1933). Het kasteel beleefde dus zijn hoogtijdagen in de 19de eeuw, toen het, eigendom van de hertogin, een heel jachtteam huisvestte dat bestond uit 60 honden en paarden.
Het kasteel heeft uitzonderlijk Frans en Italiaans meubilair uit de renaissance en de 17de eeuw, met collecties van prestigieuze voorwerpen, van de oudheid tot de klassieke periode. Hiertoe behoren wandtapijten, Vlaamse schilderijen, aardewerk (majolica, Nevers), brons en marmer (mozaïeken), waarvan sommige de grootste musea waardig zijn. Het park, deels Engels, deels Frans, biedt uitzicht op het landschap en het omliggende bos met zijn honderden jaren oude bomen.
Het is een bewoond kasteel dat enkel te bezoeken is met een rondleiding van de eigenaar.

Net voor Cernay-la-Ville maak je een uitsprong naar de abdij van Vaux-de-Cernay. Deze abdij werd gesticht in 1118 en is grotendeels intact gebleven. Het prachtige gebouw dient tegenwoordig als hotel met restaurant. Je kunt er overnachten en genieten van de rustige omgeving. Daarnaast is de abdij in het weekend en in de vakantie geopend voor het publiek. Je kunt er dan een rondleiding volgen en alles leren over de geschiedenis van de abdij. Na het bezoek keer je terug en sla je op de T-splitsing linksaf. Even verder kom je aan de 'Petit moulin des Vaux-de-Cernay'. Deze kleine molen, vroeger de Hotton-molen genoemd, dateert van 1207 toen de monniken van de abdij een tiende van de 'molendino d'Auton' kregen. In 1586 werd de molen herbouwd na uitgebreide werkzaamheden, hersteld als een 'goed gevormde roterende werkende molen die tarwemeel maakt'. Na de revolutie werd de kleine molen zoals de abdij van Vaux-de-Cernay verkocht als nationaal bezit. Na het verdwijnen van de maalactiviteit in het midden van de 19de eeuw, werd de molen omgevormd tot een herberg, zeer gewaardeerd door kunstenaars en Parijse zondagswandelaars.
De site van Vaux-de-Cernay is een geologische uitzondering in Île-de-France met een opmerkelijke zandsteenchaos. Dit landelijke en atypische landschap is de erfenis van enkele miljoenen jaren ... Meer dan 200 soorten bloeiende planten vertegenwoordigen 15% van de flora van Île-de-France.

Het Domaine de Dampierre-en-Yvelines is een prachtig kasteel gelegen in de vallei van Chevreuse. Het werd gebouwd in 1675 door de architect van Versailles Jules Hardouin-Mansart in een indrukwekkende Franse stijl met klassieke gevels. Het kasteel wordt omgeven door een slotgracht en bij een bezoek kun je de vele vertrekken bewonderen. De koningen Lodewijk XIV en Lodewijk XV verbleven er. Van 1663 tot 2018 was het eigendom van de familie Albert de Luynes. Het kasteel werd in 1928 geklasseerd als historisch monument.
Het park in Engelse stijl, ontworpen door Le Nôtre, ligt achter het eiland waar een prachtig 18de-eeuws paviljoen staat, gemaakt naar het model van het Franse paviljoen van Lodewijk XV in Trianon.
Dit park, beplant met een verzameling rododendrons, camelia's en bollen, waar de grachten frisheid brengen onder de eiken, is uitgerust met picknicktafels en ruimtes, waar je kan ontspannen in de schaduw van de honderdjarige bomen.

Chevreuse is een mooi dorpje gelegen in het hart van het Parc Naturel Régional de la Haute Vallée de Chevreuse. De stad werd gesticht in de tiende eeuw en je kunt er genieten van schattige straatjes, stenen bruggetjes en pittoreske huizen.
Ook moet je zeker een kijkje nemen bij het Château de la Madeleine. Het kasteel is gelegen op de hoogten van Chevreuse en biedt een prachtig panorama over de Yvette-vallei. Het versterkte kasteel werd gebouwd tussen de 11de en 14de eeuw. Het gebouw domineert de Yvette-vallei met zijn majestueuze gestalte bestaande uit zijn rechthoekige donjon en zijn wallen met torens. Archeologie, geschiedenis en omgeving komen hier prachtig samen.
In de kelders van het kasteel laat een tentoonstelling 'Kasteelleven' je de rijke en bewogen geschiedenis van dit middeleeuwse fort herbeleven. Zo ontdek je dat hij onder meer getuige was van de Honderdjarige Oorlog maar ook van de godsdienstoorlogen. Verschillende heren volgden elkaar op en woonden er ... De beroemde auteur Jean Racine hield toezicht op het werk in 1661.
Het Château de la Madeleine werd in 1948 opgenomen in de aanvullende inventaris van historische monumenten. De burchttoren is een van de best bewaarde in Île-de-France.

In het Forêt Domanial de Port-Royal ligt de gelijknamige abdij. Port-Royal was een cisterciënzerklooster in de gemeente Magny-les-Hameaux. Het klooster, gebouwd in 1204, bevindt zich in een 'Porrois' - wat een oud Frans woord is voor een ruw, moerassig terrein. De verbastering tot Port Royal was om de plaats, die niets koninklijks had, wel zo te laten klinken. Het klooster lag aan de basis van enkele belangrijke ontwikkelingen in het jansenisme. Tussen 1710 en de Franse Revolutie bleef de site eigendom van het klooster van Port-Royal de Paris. Na de confiscatie van de goederen van de geestelijken werd het in 1791 als nationaal goed verkocht. De boerderij en het huis werden verkocht aan een boer. Dit deel van het klooster werd staatseigendom in 1951. Het andere deel, waar zich de ruïnes van de abdij bevinden, werd verkocht aan een madame Desprez, die banden had met jansenisten. Het bleef eigendom van deze familie tot in 1828, wanneer de 'Boîte a Perrette', die de fondsen van de jansenisten beheerde, het kocht met Louis Silvy, een jansenist. Deze richtte er scholen op die gratis onderwijs verschaften aan de kinderen van de streek. Deze scholen zouden blijven bestaan tot 1867. Nadien kocht de Société de Port-Royal de gronden opnieuw en beheerde ze tot in 2004, waarna ze aan de staat werden toevertrouwd, onder de bevoegdheid van de minister van Cultuur. Hierdoor is de site momenteel volledig toegankelijk voor bezoekers.

In Restaurant 'Harmony' in Mesnil-Saint-Denis kan je genieten van een lekkere maaltijd. De bediening is er snel en vriendelijk. De traditionele Franse keuken is er zeer goed en kwaliteitsvol. Er is ook een ruime parking.

Het Forêt domaniale de Rambouillet brengt je naar het gelijknamige dorpje. Het dorp is vooral bekend om zijn Château de Rambouillet. Het kasteel dateert van de 14de eeuw en diende van 1896 tot 2009 als het zomerhuis voor de presidenten van Frankrijk. Het is een sprookjesachtig kasteel die je binnen en buiten kunt bewonderen. Rond het kasteel vind je een grote Franse tuin met vijvers en bloemen, waar je heerlijk kunt wandelen.
Het kasteel staat midden in een meer dan 20.000 hectare groot bos en had aanvankelijk een militaire functie. De kasteelmuur en de donjon uit de 14de eeuw zijn behouden, ondanks de talrijke veranderingen in opdracht van de opeenvolgende eigenaren. Rond het kasteel ligt een park, met kanalen en vijvers. Dit is een jachtgebied dat talrijke adelen verleidde, bijvoorbeeld Frans I, die er stierf, en Karel X die er zijn troonsafstand ondertekende. In de 17de eeuw werd het zeer kostbaar heringericht door de markies van Rambouillet en zijn dochter, Julie d'Angennes. Het kasteel van Rambouillet heeft nog steeds de functie van ambtswoning, die Lodewijk XVI en ook Napoléon er aan hadden gegeven.
Het kasteel was in 1975 de plaats van de eerste samenkomst van de G6, op initiatief van president Valéry Giscard d'Estaing. Zes landen namen eraan deel: Duitsland (Helmut Schmidt), de Verenigde Staten (Gerald Ford), Frankrijk, Italië (Aldo Moro), Japan (Takeo Miki) en het Verenigd Koninkrijk (Harold Wilson). Sedertdien ontvangt het kasteel regelmatig de buitenlandse staatshoofden die op bezoek zijn in Frankrijk.

Het charmante middeleeuwse stadje Montfort-l'Amaury laat de bezoekers haar patrimonium ontdekken: de Saint-Pierrekerk met de 37 prachtige glasramen uit de 16de eeuw; het oude massagraf van het kerkhof, met de gebeeldhouwde poort in flamboyant gotische stijl en de gangen met booggewelven; de overblijfselen van de wallen en van de middeleeuwse vestingtoren.
Ook het Maurice Ravelmuseum is hier te bezichtigen, ondergebracht in de woning die meer dan vijftig jaar door deze beroemde componist bewoond werd.
Misschien wel het moment om een koffiepauze in te lassen in het Café de la Poste, gelegen aan een met bomen omzoomd pleintje waar je de motor gemakkelijk kan parkeren.

Het landschap wordt nu veel opener. De volgende 20 km krijg je mooie uitzichten op deze streek met weilanden en landbouwgronden. Voorbij Maurepas en Elancourt wordt het dan weer een stukje drukker.

Het park 'France miniature' laat je kennis maken met 117 Franse monumenten en locaties, in miniatuur gereproduceerd, op schaal 1/30. Het park van vijf hectare is aangelegd in de vorm van de kaart van Frankrijk met bassins op de locaties van de zeeën en oceanen die grenzen aan Frankrijk. Ook het eiland Corsica ontbreekt niet. Het gebied wordt doorkruist door talrijke miniatuurspoorbanen waarop treinen bestaan uit modellen die SNCF-apparatuur nabootsen (TGV, Corail-treinen, enz.). Het park is geopend van april tot en met oktober.

In Trappes maak je een klein lusje door de 'Cité ouvrière des dents de Scie'. Deze arbeidersstad bestaat uit 40 aangrenzende paviljoens, gebouwd van 1926 tot 1931. De stad, bedoeld voor de spoorwegarbeiders van de Staatsspoorwegen, ligt vlakbij het treinstation van Trappes, een van de belangrijkste spoorwegcentra van Frankrijk. De paviljoens, elk met een eigen tuin, zijn opgesteld op 45° aan weerszijden van een openbare doorgang (Avenue Marceau), waardoor de stad de naam 'Les Dents de Scie' heeft gekregen. Ze zijn gebouwd in bakstenen, bedekt met gecoate platen. Drie huizen die tijdens de bombardementen van de laatste oorlog werden verwoest, zijn herbouwd in gewapend beton.

Je rijdt rond het recreatiepark 'Base de Loisirs de Saint-Quentin' naar het fort van Saint-Cyr.
De bouw van het Fort begon in 1875 en het leger verhuisde naar daar in 1879. Met een oppervlakte van 22 ha zou het toezicht en controle naar het zuidwesten van het plateau mogelijk moeten maken.
In het geval van een conflict, geven de reserves haar een autonomie van drie maanden voor voedsel en zes maanden voor water. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het Fort de Saint-Cyr van groot belang als eerste verdediging van de hoofdstad. Na de oorlog en tot 1939 werd het pand toegewezen aan de militaire meteorologische dienst en deed het dienst als opslagplaats voor explosieven en munitie. Vervolgens vestigde zich daar in 1944 een civiele school voor meteorologie. Sinds 1982 toegewezen aan het ministerie van Cultuur, herbergt het gebouw nu de fotografische archieffondsen.

Een drietal kilometer verder kom je aan het Parc de Versailles met zijn prachtig kasteel. Het kasteel werd bewoond door de bekende koning Lodewijk XIV en is dan ook erg luxueus en extravagant. Het kasteel is één van de grootste in de wereld en daarnaast één van de belangrijkste bezienswaardigheden van Frankrijk. Het kasteel heeft 226 woningen en 550 appartementen en er woonden dan ook honderden vrienden en werknemers van Lodewijk XIV. Een gedeelte van het kasteel is opengesteld voor publiek en je kunt dus kennis maken met de bijzondere leefstijl van de koningen en koninginnen van het Ancien Regime. Eén van de hoogtepunten is de bijzondere spiegelzaal. In deze mooie zaal is in 1919 het vredesverdrag van Versailles geschreven dat een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog. Niet alleen het kasteel, maar ook de tuinen zijn wereldberoemd. Je kunt er uren rondlopen en je laten verwonderen door vijvers, fonteinen, beelden, paviljoenen en bloemenperken. Voor een bezoek aan het kasteel van Versailles voorzie je best een aparte dag.

Met het schitterend uitzicht op het kasteel van Versailles eindig je deze rit in schoonheid. Je bent nu immers maar een tweetal kilometer verwijderd van je hotel.