Ontdek Cornouaille, een ongerepte en authentieke streek, met een weidse natuur en kleurrijke folklore. Deze zuidpunt van de Finistère ademt die speciale sfeer van kapen, op de grens van land en zee, waar de zilte lucht van stuifwater zich mengt met de geur van de heidevelden. Achter elke bocht wacht een doorkijkje op zee, de panorama's zijn verbluffend.
Deze rit brengt je vanuit Quimper naar het mooie schiereiland Crozon tot aan de baai van Douarnenez.

Quimper is de hoofdstad van de Cornouaille (het Bretonse neefje van het Britse Cornwall). Al van ver zie je de Cathédrale St.-Corentin, die bijzondere glas-in loodramen uit de 15de eeuw heeft.
Je verlaat Quimper vanaf de parking langs de Odet aan het Bois du Mont Frugy. Na ongeveer 3 km kan je tanken aan het warenhuis E. Leclerc waar je eventueel ook nog een paar aankopen kan doen.

Locronan is een stad met prachtige granieten huizen uit de renaissance, waar het soms heel rustig is, soms gigantisch druk, afhankelijk van het seizoen en de dag van de week. In de zomer geeft het zachte licht van de ochtend de oude stenen van het stadje een gouden gloed. Elegante huizen met gebeeldhouwde ramen omringen het plein. De Eglise Saint-Ronan en de kapel van de Pénity staan zij aan zij en delen een gemeenschappelijke gevel, zonder zich te vermengen met de waterspuwers. In het middenschip vertellen de preekstoel en de gebrandschilderde ramen over verschillende religieuze gebeurtenissen. De omliggende straten zijn eveneens bezaaid met charmante gebouwen. Om de authenticiteit van het historische centrum te beschermen, blijven de auto’s buiten het centrum. Wil je dit stadje bezoeken dan kan je best parkeren aan de rand waar grote parkeerplaatsen zijn.

Bij het binnenrijden van Châteaulin passeer je de Aulne. De Aulne is een Franse kustrivier van 144 km lang, die ontspringt in de gemeente Lohuec in de Côtes-d'Armor en uitmondt in de haven van Brest ter hoogte van de gemeenten Landévennec en Rosnoën. Het stroomafwaartse deel wordt ook wel 'Rivière de Châteaulin' genoemd. Even verder komt de Douffine in de Aulne. De plaats van de samenvloeiing staat plaatselijk bekend als 'Pointe du couple'. De Douffine ontspringt in Brasparts, aan de zuidwestkant van Roc'h Cléguer.

Daarachter ligt het schiereiland Crozon dat deel uitmaakt van het Regionale Natuurpark Armorique. Je volgt de mooie smalle weggetjes naar Le Faou, de kustroute naar Térénez en passeert de gebogen tuibrug Pont de Térénez. De werken aan de brug begonnen op 19 april 2007. De eerste helft van de structuur, beginnend vanaf de pijler op de linkeroever, werd eind maart 2010 voltooid en de volledige structuur, die de twee oevers met elkaar verbindt, eind augustus 2010. De nieuwe Térénezbrug is de eerste gebogen tuibrug in Frankrijk, met een overspanning van 515 m inclusief 285 m voor de centrale overspanning.

Aan het begin van het schiereiland kunnen liefhebbers van eeuwenoude gebouwen (én mooie uitzichten én pâte de fruits) een uitstapje maken naar de Abbaye de Landévennec.
'L’abbaye du bout du monde', zo staat het klooster van Landévennec bekend. Genesteld in een hoekje van de rade de Brest, de zeearm die bij Brest nog kilometers in het binnenland van Finistère stroomt. De abdij kent een lange en woelige geschiedenis. Bijzonder is dat er op enkele honderden meters van de oude ruïnes enkele tientallen jaren geleden weer een nieuw gebouw verrezen is, waar een groepje monniken het kloosterleven opnieuw opgepakt heeft en de traditie voortzet.
De abdij is een van de oudste kloosters van Bretagne. Volgens de overlevering werd hier al in 485 na Christus een gemeenschap gesticht. De eerste paar honderd jaar zijn in nevelen gehuld en de geschiedenis kan enkel aan de hand van wat legendes enigszins worden opgehelderd. Pas uit 818 dateert de eerste geschreven bron die melding maakt van de abdij. Toch hebben opgravingen uitgewezen dat er waarschijnlijk inderdaad in de vijfde of zesde eeuw al een heiligdom op deze plek was, op een steenworp afstand van Gallo-Romeinse overblijfselen.
Bij de overblijfselen van het klooster is een klein museum ingericht met zowel archeologische vondsten als een overzicht van de geschiedenis van de abdij.
Vooraleer je tocht verder te zetten kan je hier genieten van een lekkere kop koffie in Bar Le Saint-Patrick.

De route gaat verder naar Lanvéoc. Er is een mooi uitzichtspunt aan de parking van de ferry. Je ziet hier ook het Fort Lanvéoc liggen. Gevestigd op de plek waar ooit het feodale kasteel van de graven van Crozon stond. Dit fort werd tussen 1876 en 1880 verbouwd om rekening te houden met de technische vooruitgang.
Een aanbeveling is het restaurant La Cale. Prachtige plek, rustig en met een adembenemend uitzicht!
Alles is daar lekker, de pasta met schaaldieren, de hamburgers, de desserts... voor een zeer eerlijjke prijs. Prettige bediening.

Even verder kom je aan het leuke havenplaatsje Le Fret. Nu volg je de kust naar Roscanvel waar je de hele rede van Brest kunt overzien. Hou er wel rekening mee dat er in deze streek militaire oefenterreinen liggen en dat fotograferen op veel plaatsen verboden is. Bij helder weer kan je vanaf de Pointe des Espagnols de gebouwen op het Île Longue zien, de Franse marinebasis waar de nucleaire onderzeeërs gestationeerd zijn, en het arsenaal van Brest.
De Pointe des Espagnols is het noordoostelijke uiteinde van het schiereiland Roscanvel. Het markeert ook de zuidoostelijke grens van de goulet de Brest.
Deze strategische positie, tegenover Brest, werd al opgemerkt door het hertogdom Bretagne, die er in 1387 een fort vestigde (nu verloren gegaan). In 1594 landden de Spanjaarden hier en werden pas na verschillende veldslagen verdreven - het was in deze periode dat de kaap voor het eerst zijn huidige naam kreeg.

Langs de smalle weg naar Camaret kom je veel bunkers tegen. De bochten zijn hier vaak krap, de rotsen geven je het idee dat je in Ierland bent.
De haven van Camaret en de Chapelle Notre-Dame-de-Rocamadour zijn zo vaak bejubeld dat het er nu heel toeristisch is. Ze staan ook op het programma van de Grand Pardon des Motards, de grote motorprocessie eind juni, wanneer er zo'n 3000 motoren langs de haven rijden, op weg naar het standbeeld van Saint Colomban, de beschermheilige van de motorrijders.
De kapel Notre-Dame de Rocamadour, op een unieke locatie omringd door de zee, werd gebouwd tussen 1610 en 1683 in gele Logonna-steen aan het einde van de Camaret-groeve, een natuurlijk lint van kiezels dat de haven beschermt. Binnen bevindt zich een barok altaar uit de 17de eeuw dat in de oude kerk van Saint-Rémi stond en in 1998 werd gerestaureerd.

Het Memorial Museum of the Battle of the Atlantic, gelegen nabij Camaret, is volledig in een kazemat ondergebracht. Deze voormalige bunkers van de Atlantikwall zijn geplaatst op de ruïnes van een modelfort, zelf gebouwd op vestingwerken door Vauban. De site is grandioos en kijkt uit op de zee die wordt gedomineerd door een duizelingwekkende klif. Het museum is het enige in continentaal Europa dat zich bezighoudt met de Slag om de Atlantische Oceaan. Als het door de Duitse marine was gewonnen, had Engeland niet als basis voor de bevrijding van West-Europa kunnen dienen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de bemanningen van koopvaardijschepen. Deze mannen zijn de grote vergetenen van de overwinning. Als hun schip werd getorpedeerd, hadden ze een kans van één op twee om te overleven. Deze waarschijnlijkheid is bijna nihil voor de bemanning van een olietanker, van een munitietransport, of voor de bemanning van de schepen van de Arctische konvooien.

Na de drukte van Camaret beleef je de majestueuze eenzaamheid van de Pointe de Penhir.
Wat Pointe de Pen-Hir mysterieus maakt, is dat ondanks het feit dat het in Frankrijk ligt, maar heel weinig mensen weten van het bestaan van deze unieke plek. De Pointe de Pen-Hir biedt een grandioos panorama. Op een heldere dag kon je de baai van Douarnenez en het einde van Cornouaille aan de zuidkant zien, evenals de Pointe de Beuzec en de Pointe du Raz.
Op deze klif staat een monument ter ere van de Bretonnen die in de Tweede Wereldoorlog tot de Vrije Franse Strijdkrachten behoorden. De Pointe de Pen-Hir is de mooiste van de vier landtongen. De rotsen rijzen tot 70 m loodrecht op uit de zee.

Je keert nu terug richting Camaret. Via Postolonnec rijd je naar Crozon. Via de weggetjes langs de kust rijd je naar Telgruc. Hier kan je even pauzeren bij een verfrissend drankje of een pannenkoek in Bar Le Maggelan.

Je maakt nog een uitsprong naar de lokale berg, de Ménez-Hom (330 m). Deze is een van de hoogste toppen van Bretagne en is de westelijke uitloper van de Montagnes Noires. Loop naar de top (3 min. vanaf het parkeerterrein) en je wordt beloond met een uniek uitzicht op het schiereiland.

Rijd daarna een stukje terug richting St.-Nic. Na een lange afdaling (pas op: bochten en kruisingen) rijd je langs het mooie strand Plage de l'Estrevet in Pentrez, een van de grootste aan dit deel van de kust.

De rit eindigt aan het hotel 'Le Clos de Vallombreuse' in Douarnenez. Het 19de-eeuwse landhuis heeft 30 kamers. Er is een prachtige tuin, bloemrijke gazons en een zwembad. Het restaurant staat in Douarnenez ook bekend om zijn creatieve keuken en zijn uitzicht over de baai.