In het hart van het Slowaaks Paradijs, is deze 6e route een rondrit door en langs een aantal schitterende Nationale Parken in Slowakije. Je krijgt de kans om op één dag 5 verschillende natuurgebieden te bezoeken; en te genieten van de diverse vergezichten en uitzichten langs de route.

Delen van deze rondrit komen ook terug in de 7e rit in deze collectie. Je kunt er dan ook voor kiezen om deze dag niet te toeren, maar bijvoorbeeld te gaan wandelen in het Slowaaks Paradijs of een bezoek te brengen aan de ijsgrotten van Dobšiná. Tijdens de 30 minuten durende wandeling bezoek je ijsruimtes met indrukwekkende namen zoals de Witte Koepel, Ruffiny’s Corridor en de Hel (een bijzonder naam voor een grot waar temperaturen gemiddeld rond de -4 graden Celsius liggen).

Voor diegenen die de rondrit rijden, staat er een heerlijk ontspannen dag door bossen en bergen te wachten. De dag begint rustig richting het Westen. Na het beklimmen van een bescheiden bergpas (Besnik – ongeveer 1.000m) zie je aan de rechterkant het Chmarošský Viaduct liggen. Deze imposante 18 meter hoge treinbrug is gebouwd in de jaren ’30 als verbinding tussen de dorpen Telgárt en Vernár. Half verstopt in de heuvels herbergt het spoor een mooi staaltje techniek: om het hoogteverschil te kunnen overbruggen, klimt de trein in een grote cirkel dwars door de berg richting de brug. Je kunt het onverharde pad volgen richting de brug en hier foto’s maken. Hou er rekening mee dat het spoor nog in gebruik is!

Na dit uitstapje gaat de rit weer verder richting Meandre Hrona. Dit natuurreservaat beschermt de uiterwaarden en veenmoerassen van de Hron rivier. In het gebied komen diverse beschermde en zeldzame plantensoorten voor, waardoor het ook afgesloten is voor voetgangers. De beste manier om het gebied te bekijken is vanaf het uitzichtspunt langs de doorgaande weg.

Eenmaal op je motor, rijd je vrij snel alweer langs het volgende beschermde natuurgebied: het nationale park “Muránska planina”. Dit park is onderdeel van de Karpaten. Het karstgebergte komt tot ongeveer een hoogte van 1.000 meter en geeft plek aan diverse wilde diersoorten, zoals beren, lynxen en wolven. Vandaag zul je er hier waarschijnlijk weinig zien langs de (soms drukke) doorgaande weg.

De route blijft de Hron rivier volgen, tot vlak voor de stad Brezno. Hier sla je af richting het Nationale Park Lage Tatra. Het kleine zusje van de Hoge Tatras heeft wat lagere bergtoppen, maar doet zeker niet onder voor haar grote broer. Met een oppervlakte van 728km2 is dit nationale park meteen het grootste van Slowakije. De enige weg door het park klimt via de Čertovica bergpas naar een hoogte rond de 2.000m. Neem bovenop de bergtop ook de tijd voor een pauze. Direct langs de weg liggen twee restaurants waar je, vanaf het terras kunt genieten van al het groen om je heen.

Met gevulde buik begint de afdaling richting de vallei, die ingeklemd ligt tussen het gebergte van de Lage en Hoge Tatras. In deze vallei ligt het stadje Liptovský Hrádok (“het kleine kasteeltje van Liptov”), dat vernoemd is naar het gelijknamige kasteel, net aan de Noordkant van de stad. Dit kasteel is gebouwd in 1341 om plaats te bieden aan jagers en medewerkers van de lokale bosbouw. Daarnaast beschermde het kasteel in het verleden ook reizigers op de Via Magna handelsroute. Het kasteel is niet altijd open voor bezoekers, maar even stoppen om foto’s te maken van de buitenkant is natuurlijk altijd mogelijk.

Berg je fototoestel niet al te ver weg, omdat je – na het verlaten van de stad – steeds beter zicht krijgt op de besneeuwde bergtoppen van het Nationaal Park de Hoge Tatras. De 2358 is een relatief rustige weg, waardoor je makkelijk kunt stoppen om de bergen in je op te nemen en foto’s te maken.
Het is de enige bergketen in de Karpaten met een Alpien karakter. Tijdens je rit zul je hier weinig van merken. De enige weg langs de bergketen maakt nooit een klim naar de hoge toppen en blijft langs de bergen kronkelen. Je rijdt door de eindeloze bossen aan de voeten van deze imposante bergen. Af en toe openen de bossen zich en heb je een mooi uitzicht op de valleien ten Zuiden van de Karpaten.

Onderweg kun je pauzeren in Štrbské Pleso. Dit resort is populair bij wandelaars en wintersporters. Ongeacht de periode van het jaar, het is hier altijd druk. Het handigste is om even door het resort te rijden. Nadat je het dorpje uit bent gereden, kun je aan de rechterkant van de weg pauzeren bij Restaurant Koliba. Hier is het vaak wat rustiger en heb je mooier zicht op de bergen van de Tatra. Tevens kun je van hieruit relatief eenvoudig naar de 90 meter en 120 meter hoge skischansen wandelen iets verderop buiten het dorp. In de jaren ’80 werden jaarlijks hier het FIS WK Skischansspringen georganiseerd.

Het laatste deel van de route gaat weer Zuidwaarts, richting het Slowaaks Paradijs. Maar voordat je dit gebied weer inrijdt, kun je een uitstapje maken naar een ludieke toeristische trekpleister. De Slowaken noemen het de unieke aardappelkelders van Liptovskej Tepličke. Als je niet weet wat je moet verwachten, dan lijkt het alsof je kijkt naar een dorpje met Hobbit-huizen. De heuvel is bedekt met ongeveer 400 houten deuren, die op hun beurt elk een kleine ruimte waar gemiddeld 30 zakken met aardappelen inpassen. Het is vooral een grappige plek om even de benen te strekken en rond te kijken.

Voordat je de Vernár bergpas beklimt, doe je er goed aan om de omweg naar Poprad te rijden. Hier vind je het laatste tankstation op je route van vandaag (met nog 40km te gaan naar het pension in Dedinky). Na de tankstop, en eventueel een koffiestop in Hranovnica, begint de klim over de Vernár. De weg slingert naar een bescheiden hoogte rond de 1.000m en legt nog een aantal mooie haarspeldbochten voor je wielen, voordat je na een dag rijden weer aankomt bij Penzión Pastierňa in Dedinky.