Het zuidelijke stuk van de provincie Henegouwen wordt, gezien zijn vorm, de Henegouwse Laars genoemd. In het oosten ervan, net op de grens met de provincie Namen, werd een groots complex van stuwdammen aangelegd op de plek waar onder andere het riviertje l'Eau d'Heure stroomt. Zo ontstond er een serie stuwmeren, erg grillig van vorm door het golvende reliëf van de bodem. Hierdoor werd een aantal waterhuishoudkundige problemen opgelost, maar men heeft er tevens van geprofiteerd om van die plek een recreatief paradijs te maken, ook voor wandelaars.

Je rondrit start in Chimay, dat befaamd is voor zijn trappistenbieren en kazen. Zijn kasteel, wallen, oude trappen, verharde straten en krappe huizen verwijzen naar de geschiedenis van deze duizend jaar oude stad die zich genesteld heeft in de voet van de Henegouwse laars. Het is ondenkbaar dat wie naar Chimay komt, geen bezoek zou brengen aan het prachtige kasteel dat op een vooruitstekende rots in het dal van de rivier Eau Blanche staat. Het kasteel van Chimay, dat in de tiende eeuw zou zijn ontstaan, werd in de 15de eeuw de kern van een graafschap, dat kort daarna door Maximiliaan van Oostenrijk tot vorstendom werd verheven. De collegiale kerk met 13de eeuws koor is eveneens een bezoekje waard. Grootste kunstwerk is een 16de eeuws kruisbeeld, maar ook de oude praalgraven zijn de moeite waard.

De volgende stop is Lompret, even buiten Chimay en één van de Mooiste Dorpen van Wallonië. Er zullen nog twee volgen in deze rondrit!
Het is niet alleen aantrekkelijk omwille van de pracht van het landschap, maar ook wegens de resten van een feodaal kasteel, een brug met drie bogen en het kleine religieuze erfgoed. Bovendien is er de Eau Blanche, die eraan herinnert dat de streek tot in de 20e eeuw haar glorietijd beleefde dankzij de activiteiten van de smidsen. Daarachter verrijzen de hellingen van het Franc Bois. Hier groeien inheemse taxusbomen, volgens de overlevering geplant door Romeinse soldaten. Klauter naar het uitzichtpunt en het dorp ligt aan je voeten. Beneden bij de rivier serveert restaurant L’Eau Blanche de lokale specialiteit ­escavèche, paling ingelegd met citroen, ui en kruiden. Meer wil de serveerster er niet over kwijt, want “hoe de vis precies wordt bereid is geheim”. ’s Avonds verlichten slechts een paar lampen de straten.

Je volgt nu een traject langs de grens met Frankrijk. Bij de trappistenabij van Scourmont vindt je de Espace Chimay waar de de producten van het klooster kunt kopen of in de plaatselijke herberg en kunt proeven.

Over de mooie geasfalteerde binnenwegen, steeds weer langs de Franse grens, bereik je Beamont. Het oude stadsgedeelte ligt hoog op een heuvel boven de vallei van de Hantes. Graaf Boudewijn IV van Henegouwen liet de stad omringen met een stadswal, waarlangs nu een wandeling loopt die brede panorama’s op de omgeving biedt. Dan passeer je ook langs de Tour Salamandre, een 14de eeuws militair bouwwerk waar momenteel een museum voor geschiedenis en folklore is ondergebracht. Beaumont is een zeer romantisch stadje, met mooie oude huizen. In het huis rechts naast het stadhuis overnachtte volgens de overlevering Napoléon daags voor de slag van Waterloo.

Het dorp Raignies, ook behorend tot de Mooiste Dorpen van Wallonië, ligt te midden van groene landschappen met lieflijke namen: Blanchamps, Cocriamont, Gravelotte, Champ du Marais en Champ d’Hymnée. In het dorpscentrum langs de beek Marais is de (gedeeltelijk) Romaanse kerk Saint-Martin een bezoekje waard. Hier zie je bijzondere eikenhouten koorbanken waarvan de helft in een vergelijkbare kerk in het Engelse Cockayne staat! Neem zeker ook een kijkje in het “Spaanse Huis” en de grote boerderijen die het groene landschap sieren, de trots van de “ragnicoles”, zoals de inwoners zich noemen. Deze boerderijen van kalk- en baksteen waren ooit eigendom van de abdij van Lobbes en dragen de naam “Hoeve van het Hof” (Ferme de la Cour), “Boerderij Rose” (Ferme Rose), “Eiken Boerderij” (Ferme du Chêne),… . Ze zijn als het ware mini-dorpjes met woningen, schuren, stallen, werkplaatsen. In de Ferme de la Cour is nu de distilleerderij van Biercée gevestigd met uiteraard een proeflokaal. Het dorp is een goede plek voor een aangeklede koffie.

In Lobbes, een klein stadje dat sedert mensenheugenis tegen de aldaar gevestigde abdij aanleunt, is dat nog goed te merken aan de majestueuze en kolossale St. Ursmaruskerk. De oorspronkelijke kerk werd ingewijd in 843 en is daarmee één van de zeer zeldzame overblijfselen van de Karolingische bouwkunst in België. Je kunt er dus eigenlijk niet omheen om er even binnen te lopen en te genieten van de sobere strenge bouwstijl. De romaanse, gewelfde crypte in halle-stijl bevat de sarcofagen van de heiligen Ursmarus en Erminus en merkwaardige grafstenen van abten tussen de 15de en de 18de eeuw.

Vlakbij Lobbes ligt Thuin. Ook een oeroude stad, die reeds sedert de 7de eeuw een belangrijke strategische rol speelt. Hoge en droge ligging is vandaag de dag minder belangrijk en Thuin is een beetje ingeslapen, maar heeft wel veel uit vroeger tijden bewaard, met name in de oude bovenstad die hoog boven de Samber uittorent.
Het belfort van Thuin staat net als de andere belforten in België en Frankrijk op de Wererlderfgoedlijst van de UNESCO. In totaal bestaat deze inschrijving uit 56 belforten. Het belfort werd hier gebouwd omdat Thuin vroeger één van de goede steden van het bisdom Luik was. Het belfort van Thuin was vroeger de toren van de collegialekerk.
Net buiten het stadje Thuin staat het historische trammuseum van Thuin. In het museum zijn ongeveer twintig historische trams en een stoomlocomotief uit de negentiende te bewonderen. Hoogtepunt van het museum is de elektrische tram uit 1901.
De hangende tuinen van Thuin zijn al vele jaren een van de mooiste bezienswaardigheden van de stad. Ze zijn zelfs meerdere malen beschreven in gedichten. Langs de hangende tuinen, waar tegenwoordig vooral wijnranken te vinden zijn, kun je een leuke wandeling maken. Tijdens de wandeling kom je elf borden tegen die je het verhaal van de stad, de streek en de Samber vertellen.