Op de grens van de Auvergne, de Ardeche en de Cevennen zie je het allemaal, gelardeerd met charmante dorpen die het label Village de Caractère dragen vanwege hun bijzondere uitstraling. Het te bezoeken gebied is een mengeling van landschappen, bossen, bergen, kloven, beken en valleien.

Arlempdes is zo'n karakterdorp. Het ligt op een vulkanische rots hoog boven de Loire in een gebied waar je je best moet doen om een buitenlandse toerist tegen te komen. Ondanks dat het dorp zo klein is, heeft het toch een kasteel, of althans de resten daarvan en daarmee is op zijn minst het aanzien van het dorp bepaald.
Arlempdes is gebouwd in een bocht van de kloof van de Loire, die hier niet meer is dan een uit de kluiten gewassen bergbeek met kristalhelder water. Het dorp staat halverwege een vulkanische piek waar de rivier omheen stroomt.
Het dorp lijkt uitgestorven, zonder verlaten te zijn. Niemand te zien bij het kasteel en de poorten zijn gesloten. Een verschoten bord leert je dat je toegangskaarten kan kopen bij het restaurant, maar daar was ook niemand te vinden. De kerk was dicht. De buitenkant heeft een robuuste uitstraling met een platte gevel die je wel meer ziet in dit deel van de Auvergne. Bovenaan hangen drie klokken in de open lucht, er is plek voor een vierde klok maar die hangt er niet meer. Het pleintje voor de kerk ziet er goed uit en wordt aan één kant afgesloten door het poortgebouw die toegang biedt tot het dorp. Hoe klein ook, Arlempdes heeft wel een museum, een eco-museum volgens de beschrijving. Helaas was die ook dicht. Kennelijk ook op vakantie of een zeer lange lunchpauze.

Onderweg naar Pradelles kom je langs diverse kastelen en een tankstation. Het kasteel van Beaufort werd gebouwd aan het begin van de 13e eeuw en is door de eeuwen heen vele malen belegerd. Gelegen op een rotsachtige top aan de oevers van de Loire, onthult het een vierkant plan met een woning en een grote hoefijzervormige toren. Het is nog steeds mogelijk om een deel van de omringende muur te herkennen. Het is een privéterrein dat open is voor het publiek en herbergt een permanente middeleeuwse bouwplaats, waaronder een werkplaats voor fresco's, een steenhouwerij en een werkplaats voor het maken van kasten. Het kasteel van Soubreys ligt, iets van de weg af, verscholen achter de huizen langs de weg en komt zo niet meer aan zijn vroegere status. Even buiten Coucouron kun je tanken.

Als je aankomt in Pradelles, dan denk je al gauw dat het zo'n doorgangsdorp is langs de Route Nationale, waar nooit wat gebeurt. Maar schijn bedriegt. Een uitzichtpunt bevindt zich aan de westkant van het dorp en onderweg kom je in een leuk buurtje met mooie verstilde straatjes. Er is een prachtig bewaard gebleven historisch centrum. In het dorp zijn onder meer de Romaanse kapel Notre Dame de Toute Grâce, herbouwd in de 17e eeuw, de Rochely-toren en twee versterkte poorten uit de 14e eeuw bewaard gebleven. Eén ervan draagt ​​de naam Jeanne de la Verdette, ter ere van de vrouw die de stad in 1588 verdedigde.

Ietsje verderop staat in het plaatsje Langogne het wolmuseum "filature des Calquières" op de lijst van historische monumenten. Het atelier ligt aan de oevers van de Langouyrou, een zijrivier van de Allier. Dit levendige museum vertelt de geschiedenis van de textielindustrie in Lozère en ook de verschillende stappen in de wolbewerking. Hier kan je een traditioneel beroep ontdekken, zoals kaarder, spinner of wever en een geheel van unieke machines uit 1850 bewonderen, die nog functioneren dankzij het grote wiel van de molen met de kracht van wild water! Een expositieruimte over weefberoepen en een ambachtswinkeltje met wollen kleding vormen een mooie afsluiting van de kennismaking met dit verbazingwekkende industriële erfgoed. Na het bezoek aan het museum kan je langs de belangrijkste monumenten van Langogne gaan, waaronder de Romaanse kerk uit de 12e eeuw en de schilderachtige graanhal uit de 18e eeuw, waar nu iedere zaterdagmorgen markt wordt gehouden.

Uit het niets doemt het middeleeuws vestingdorp La Garde-Guérin op. Het dorp ligt in een ruig berggebied, waar uitgestrekte vlaktes en steile bergen elkaar afwisselen en op een plateau boven de Gorges de Chassezac. Hier met een kop koffie in hand zorgt dat voor spectaculaire uitzichten. De verdedigingsmuur van het dorp is nog altijd goed te herkennen en de meest zichtbare zijn de resten van de burcht waarvan een toren en nog wat andere gebouwen overeind staan. Aangezien het dorp op een strategische plaats is gebouwd heb je een prachtig uitzicht op de omgeving die redelijk spectaculair is. Een bordje bij de burcht wijst je de weg naar een plek met nog mooier uitzicht op 15 minuten lopen.
La Garde-Guérin heeft een iets andere bestaansgeschiedenis als de meeste Beaux Villages. Hier is geen klooster of kasteelheer waaruit het dorp is ontstaan, maar struikrovers en bandieten die de oorzaak zijn voor het stichten van deze nederzetting. Hoe zit het? La Garde-Guérin ligt op de oude Romeinse weg tussen de Middellandse Zee en de Auvergne. Deze route werd lang nadat het Romeinse Rijk was gevallen nog gebruikt en dat was het werkterrein van bendes struikrovers die het verkeer terroriseerden. In de twaalfde eeuw vond de Bisschop van Mende het welletjes en besloot tot een het oprichten van een permanent legertje die de weg zou bewaken. De opgetrommelde mannen bouwden La Garde-Guérin als uitvalsbasis waar iedere ruiter een huisje kreeg. De gebruikers van de weg diende voor hun veiligheid wel tol te betalen en zo bleef het gebruik van de weg geld kosten. Een gewoonte die in Frankrijk nog altijd zeer gebruikelijk is.

Na enige tijd krijg je een mooi uitzicht over een groot meer. Dit is het stuwmeer van Villefort. Achter een indrukwekkende dam is een prachtig meer gevormd van 137 hectaren groot. Je kan er genieten van het strand of van tal van watersportactiviteiten. Je kan het meer helemaal rondwandelen over een zeven km lang wandelpad.
Je slaat na de stuwdam linksaf de weg naar het dorp Pied-de-Borne en dan langs de riviertjes L'Argentière en La Thines naar het gelijknamige dorpje Thines.

De afslag naar de kerk Notre-Dame de Thines wordt beloond. Hier staat een fraaie kerk met Romaanse architectuur en een monumentale trap naar de hoofdingang. Gebouwd tussen 1170 en 1190 door de benedictijnen van de Sint-Chaffre du Monastier Abdij. De gebeeldhouwde latei van de kerk toont gedetailleerde Bijbelse taferelen, waaronder de intocht in Jeruzalem en de arrestatie van Jezus in karakteristieke Romaanse stijl. Het gebouw staat langs pelgrimsroutes naar Le Puy-en-Velay en Santiago de Compostela.

Het blijft laveren door het Nationale Natuurpark van de Monts d'Ardèche. Een erg aanlokkelijk gebied door de valleitjes, langs de kabbelende beken met opeens een vergezicht. Hier liggen stuk voor stuk schilderachtige gehuchten, nauwelijks dorpen te noemen en ze zijn altijd leuk, hoewel eenzaam en natuurlijk campings.

Dan doemt opeens een stadje op: L'Argentière-la-Bessée, kortweg Largentière.
In de tweede helft van de 19e eeuw was de plaats een zeer druk centrum dankzij de zilvermijnen die hier te vinden waren. Dat ging door tot het begin van de 20e eeuw, met een korte opleving dankzij de aluminiumwinning. Tegen 1910 was alle mijnbouwactiviteit gestopt. Maar het toerisme heeft ook hier uitkomst geboden om verval en uitloop tegen te gaan.
Als je door de pittoreske steegjes van de oude middeleeuwse stad loopt, let dan op de prachtige huizen met zandstenen gevels, maar ook de arcades, verticale raamstijlen en charmante deuren tijdens je bezoek. Het kasteel domineert de hele stad. Het was vroeger eigendom van de bisschop van Viviers en werd in 1716 verkocht aan de graaf van Brison, die veel werk deed om het comfortabeler te maken. Van het kasteel dateert de vierkante donjon of Bastide de Bonnegarde uit de 12e eeuw. Gespaard door de revolutie, huisvestte het complex een tribunaal, een gevangenis en werd tenslotte het plaatselijke ziekenhuis.
De kerk Notre-Dame des Pommiers werd gebouwd aan het einde van de 12e eeuw, het begin van de 13e eeuw. Binnenin een 13e-eeuwse sarcofaag en een 15e-eeuwse preekstoel. Bijzonder detail: bovenop een kroonlijst is de schedel geplaatst van de in 1792 contrarevolutionaire graaf van Saillans. De goed bewaarde Porte des Récollets uit de 16e eeuw is een overblijfsel van de oude wallen met de brug die toegang geeft tot de oude stad. Ontdek ook de Montée Mazon, een toegangspad, gebouwd in 1888 met stenen van de oude wallen, het 19e-eeuwse gerechtsgebouw en het renaissancistische stadhuis. Het kanaal, zichtbaar vanaf de Récollets-brug, werd gebruikt om de winkels van water te voorzien. Eten doe je hier vanzelfsprekend goed in één van de restaurants waar lokale producten als geitenkaas en asperges op de kaart staan. Lunch time dus!

Balazuc ligt hoog op een rots boven de rivier de Ardèche. Hier lijkt het elke dag vakantie. Het klimaat is heerlijk warm, de straatjes schilderachtig, het eten goed en je kan altijd even afkoelen in de rivier. Dankzij de toeristen is de streek welvarend. Je kan het je nauwelijks voorstellen, maar ooit waren hier geen toeristen en heerste er diepe armoede.. In de negentiende eeuw kreeg de streek een economische impuls met de introductie van de zijderups. Deze opleving bleek echter tijdelijk en echt goed ging het hier pas toen men na de jaren zestig van de vorige eeuw massaal vakantie ging vieren. De geschiedenis van Balazac is natuurlijk veel ouder. In de middeleeuwen was hier ook niet altijd feest want het dorp lag meer dan eens in de frontlinie van de oorlogen die hier zijn uitgevochten. Uit die tijd stamt ook het kasteel en de versterkte Romaanse kerk. De nauwe straatjes en steegjes vormen een doolhof waar het heerlijk wandelen is.

Ook Vogüé is gebouwd langs de rivier de Ardèche op een plek waar de oever de vorm heeft van een natuurlijk amfitheater. Het kasteel ligt hoog tegen de rotsen gebouwd met daaronder het dorp met de kerk, helemaal beneden maakt het strand het plaatje compleet. Naast cultuur kan je hier goed zwemmen en met een kano de rivier afzakken. Dit dorp is een natuurlijk schoonheid met zijn prachtige huizen, het kerkje en natuurlijk het kasteel. Die laatste blinkt uit door zijn eenvoudige vormen met vier ronde torens op elke hoek. Het dorp zelf is gezellig met zijn nauwe straatjes en arcades en je hebt een prachtig uitzicht op de rivier; een uitnodiging voor een drankje.

Tot slot eindig je je trip in Aubenas. Het kasteel, gebouwd in de 12e eeuw, is sinds 1943 geclassificeerd als historisch monument. De Dôme Saint Benoît, gekenmerkt door zijn uitzonderlijke koepel, herbergt collecties religieuze kunstvoorwerpen zoals het mausoleum van maarschalk d’Ornano. Vandaag de dag geldt deze plaats als een perfecte uitvalsbasis voor een heerlijke vakantie in de Ardèche. Zo is Aubenas prima gelegen ten opzichte van de vele bezienswaardigheden die de Ardèche rijk is, zoals de grotte de Saint-Marcel d’Ardèche en de grotte de la Madeleine, maar ook de mooiste plekjes in de Gorges de l’Ardèche. In het plaatsje zelf is ook genoeg te doen en te beleven. Zo zijn er talloze prachtige oude middeleeuwse straatjes, mooie oude gebouwen en vele gezellige winkeltjes en restaurants te vinden. Het is dan ook niet voor niets dat Aubenas als een van de meest geliefde vakantiebestemmingen in heel Zuid-Frankrijk wordt beschouwd. Fijnproevers mogen de wekelijkse markt niet missen om de plaatselijke gastronomie te proeven! Elke zaterdag van 9 tot 13 uur staan tuinders, producenten en plaatselijke ambachtslieden klaar om u hun producten te laten ontdekken of proeven: seizoenfruit en -groenten, streekproducten, handgemaakte creaties en culinaire specialiteiten uit de streek. Misschien heb je na afloop van deze rit ook zin gekregen. Hier is in ieder geval keus te over!