Het Ertsgebergte (in Tsjechië Krušné hory geheten) vormt de grens tussen Saksen en Tsjechië over een lengte van 150 kilometer. De hoogste top in Saksen is de Fichtelberg (1215 m), maar de nabije Klínovec/Keilberg in Tsjechië is net iets hoger (1245 m). Verwacht dus geen Alpenreuzen - de bergen van het Ertsgebergte zijn veel ouder, geërodeerd tot vriendelijke ronde vormen, maar toch nog te hoog om heuvels genoemd te worden. Het dankt zijn naam aan de rijkdom aan ertsen die er lange tijd gedolven werden. Sinds 2019 staat het mijngebied in dit gebergte (de Montanregion) op de Unesco-Werelderfgoedlijst. Hier werd al sinds de 12e eeuw koper, tin en zilver gewonnen. De mijnwerkers maakte een eindeloos labyrint van mijnen en mijnschachten.
Toen de ertsrijkdommen steeds schaarser werden, zocht men alternatieven voor inkomsten, zoals de productie van houten speelgoed. Watermolens, die tot de 18e eeuw als stampmolens voor o.a. tinerts dienden, werden omgebouwd en dreven daarna eenvoudige houtdraaimachines aan. Het mijnbouwverleden is in de vorm van industrieel erfgoed bewaard gebleven in verscheidene mijnbouwmusea en museum-mijnen

Uitgestrekte heuvels strekken zich uit over het landschap en dichte bossen van West-Bohemen, breedbeeld-uitzichten en een dicht netwerk van paden trekken opnieuw mensen aan om hier actief te worden. In de uitlopers van het gebergte vind je bovendien historische steden en kuuroorden.

Je rondtocht begint in Boží Dar aan de Duitse grens in West-Bohemen. Overigens ook een perfecte uitvalsbasis voor wandelingen naar de top van de Klínovec. Het plaatsje is de hoogstgelegen stad van Midden-Europa, gelegen op 1028 meter boven zeeniveau. De route naar de top van de Klínovec klimt slechts 200 meter en is slechts 5 km lang. Boží Dar werd in 1533 naast zilver- en tinmijnen gesticht als een mijnbouwgemeenschap. In Boží Dar mag je de barok kerk en het nabijgelegen natuurreservaat, het Božídarské-veengebied, niet missen.

Na het tanken in Boží Dar, volg je de route westwaarts door het Božídarské-veengebied. Het eerste plaatsje is Horní Blatná dat tot 1945 een plaats met een overwegend Duitstalige bevolking was. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Duitstalige bevolking verdreven. Niet ver van het stadje bevindt zich de ruim 1000 meter hoge berg Blatenský vrch.

Als je bij de rivier Rolovo aankomt, is daar gelegenheid om je klimcapaciteiten te toetsen op de plaatselijke via ferrata. Even verder verlaat je de rivier om koers te zetten richting Duitsland. In Bublava passeer je de grens om door te rijden naar Klingenthal voor een bezoekje aan de ronde kerk.

Markneukirchen produceert sinds de 17de eeuw muziekinstrumenten. Dankzij zijn vioolbouwers raakte het bekend als "het Saksische Cremona", maar ook worden er koperen blaasinstrumenten vervaardigd. In het stadje staat het Muziekinstrumentenmuseum. De streek rond Markneukirchen staat bekend als de Musikwinkel; deze "Muziekhoek", waartoe ook Klingenthal behoort, sluit aan op een streek met eenzelfde traditie in West-Bohemen.
In Markneukirchen bevindt zich de oudste Bismarcktoren van Saksen, die uit 1900 dateert.

Františkovy Lázně (Franzensbad) is het kleinste kuuroord in de West-Boheemse spatriangel. Ongeveer vijf eeuwen geleden werden de genezende eigenschappen van de plaatselijke bronnen ontdekt. Het kuuroord zelf werd echter pas in de 18e eeuw gesticht door de Oostenrijkse keizer Franz I, naar wie het is vernoemd. Op het hoogtepunt kwamen mensen als Johann Strauss, Prins Metternich, Kafka en Beethoven voor remedie en ontspanning.
Niet alleen Brussel gebruikt het symbool van een kleine jongen. Ook Františkovy Lázně is een standbeeld van een jongen te vinden. Er wordt gezegd dat het standbeeld genaamd František wonderbaarlijke krachten heeft. Als een vrouw zijn standbeeld op een bepaalde plaats aanraakt, zal ze gegarandeerd zwanger raken. Niet ver van het bekende beeld kun je drinken uit de František Bron.

De stad Cheb werd al in de 11e eeuw gesticht. Het heette toen Egra, vernoemd naar de Eger rivier. Vanaf de 16de eeuw is de naam verandert naar Cheb. Wanneer je over het middeleeuwse plein in Cheb loopt, valt je blik onmiddellijk op het symbool van de stad: Špalíček. Al in de 13e eeuw verrees hier dit pittoreske groepje van elf middeleeuwse koopmanshuizen. Daar bovenuit steken de twee torens van de Sint-Nicolaaskerk. Ten noordwesten van de stad ligt de ruïne van Kasteel Cheb, de keizerlijke burcht uit de 12e eeuw. Een deel van het kasteel is nu een museum. Vergeet niet het terrein van het kasteel te verkennen, dat hier al meer dan 800 jaar staat. Je ziet een bewaard gebleven deel van de romaanse vestingwerken, waaronder de Zwarte Toren, en de kasteelkapel.
Als je de kerk bezoekt, mag je in het 50 meter lange en 30 meter brede schip de romaanse doopvont uit het begin van de 13e eeuw niet missen. Dit is het oudste overblijfsel van het gebouw. ​​Op het portaal boven de hoofdingang vind je wellicht negen gebeeldhouwde gezichten van middeleeuwse bouwers die bij de bouw betrokken waren. Je blik wordt ook getrokken door de grote gekleurde glas-in-loodramen met Cheb-motieven en middeleeuwse wapenschilden en de zeldzame fresco's van de Neurenberger meester Lukas op de steunpilaren van het schip.

Loket is een stadje in een bocht van de rivier Ohře "Loket" is Tsjechisch voor "elleboog". Het 12e-eeuwse middeleeuwse fort heeft een porseleinmuseum, een gevangenis en een zaal voor bruiloftsceremonies en wordt gebruikt voor evenementen. Er is een boekbindermuseum in het gemeentehuis.
Loket werd gebruikt in de James Bond-film Casino Royale als Montenegro.
De 22 meter hoge hangbrug is een van de oudste van Tsjechië.

Het landschap tussen Loket en Karlovy Vary wordt vaak beschouwd als een van de mooiste riviergezichten in Tsjechië. Karlovy Vary/Karlsbad, is na Praag de meest bezochte stad van Tsjechië. De historische stad heeft een prachtig centrum met art-nouveau gebouwen en is sinds de 18e eeuw een van de beroemdste kuuroorden van Europa. De stad, die de naam draagt van keizer Karel IV, kreeg vooral bekendheid als kuuroord voor de hoge adel in de 18e en 19e eeuw. Sinds 2021 staat het kuuroord op de UNESCO-Werelderfgoedlijst als onderdeel van de Historische kuuroorden van Europa. Karlovy Vary is een van de beroemdste en traditie-rijkste kuuroorden in de wereld. Een aanzienlijk deel van de economie van Karlsbad draait op hotels, casino's, restaurants en andere kuuroord-gerelateerde bedrijven.

Een leuk uitstapje is naar de middeleeuwse wachtburcht Horní hrad, Hauenštejn genaamd. Het kasteel staat vlakbij Stráž nad Ohří op de hellingen van het Ertsgebergte. De ruïne, waarin het kasteel en de burcht in de tweede helft van de 20e eeuw zijn ontstaan, bloeit al meer dan 10 jaar weer op en ontwikkelt zich tot een cultureel centrum met talloze mogelijkheden voor onconventionele vrijetijdsbesteding en evenementen.

De hoogste top van het ertsgebergte Klínovec ligt vlakbij het Duitse skicentrum Fichtelberg. Om een gezamenlijk doel na te streven - namelijk het aanbieden van skimogelijkheden en services van hoge kwaliteit - zijn de grootste skigebieden van de Tsjechische en de Duitse kant van het Ertsgebergte samengevoegd. De twee skicentra vormen samen InterSkiregion Fichtelberg-Klínovec. 's Zomers is het vooral een wandel en mountainbike gebied.

Vlak langs de weg is in 1677 een zg. Dreiherrenstein geplaatst om het grenspunt tussen de landgoederen Schwarzenberg, Hauenstein en Sankt Joachimsthal te markeren. Tegenwoordig vormt het de grens tussen de Bondsrepubliek Duitsland (Vrijstaat Saksen) en de Tsjechische regio's Aussig (Ústecký kraj) en Karlsbad (Karlovarský kraj). KS staat voor Koninkrijk Saksen, KB voor Koninkrijk Bohemen. In 2024/2025 is het prachtig en historisch accuraat gerestaureerd.

Het laatste stukje van je rondtocht is nu slechts enkele kilometers verwijderd van het beginpunt Boží Dar. Nu maar even een leuk plekje vinden om de rit na te beschouwen.