Dag 4 rijden we de meeste kilometers door Oostenrijk, waar er veel mogelijkheden zijn om te stoppen. Er zijn onderweg meerdere musea, kastelen en mooie dorpjes om een korte of lange stop in te plannen.

Een aantal mogelijk stops zijn;

Het Postmuseum gevestigd in het cisterciënzerklooster in Vyšší Brod. Hier kun je een rondleiding krijgen door een gebied van bijna 2.000 m2 exposities van postdiensten. Het toont authentieke tentoonstellingen, zoals postuniformen, postkantoor borden, brievenbussen, geldkisten en telecommunicatieapparatuur, die worden gebruikt om de dagelijkse post operaties te documenteren. Een unieke collectie postkoetsen en sleeën brengt de geschiedenis van het postvervoer in kaart.

Het Hafnerhaus in Leopoldschlag, een Keramiek museum waar men nog steeds prachtig aardewerk keramiek, zoals schalen, kannen, vazen, kopjes produceert. Deze items zijn erg populair als cadeau en souvenir en te koop tijdens de openingstijden van het museum.

"The Rushing Rock" tussen Mairspindt en Hammern. Deze rots die in het Duits "Der Rauschende Felsen von Windhaag" wordt genoemd, is een buitengewoon natuurfenomeen. Het geluid van de watermassa's van de Maltsch is het beste te horen als je direct bij de rots staat. Een mogelijke reden voor dit "fenomeen" is dat het geruis van de Maltsch wordt weerkaatst door de tegenoverliggende rotswanden aan de Tsjechische kant.

Het Spoorwegmuseum in Langschlag is een museum in een wagon op rails. In de museumwagen maakt u kennis met het ontstaan van de Waldviertelbahn met tunnelbouw van Gmünd naar Groß Gerungs. Hier worden vitrines, oude uniformen, kassa apparatuur en gereedschappen uit de baanbouw uitgestald. Op loopafstand is er nog het Kaufmanns- en Bier museum opgericht in 1989 ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van warenhuis Fraberger. Er is de overvloed aan oude billboards, sommige uit 1920. Bijzonder zijn ook de machines van de 1st Waldviertel schoenwas productie en de "Germschneider". Er is een expositie van meer dan 3000 flessen, blikjes en onderzetters van over de hele wereld.

Het museum "Hoar- und Weberstub'n" van de familie Friedrich en Erika Ertl, waar de bezoeker alle werkprocessen kan meemaken, van de vlasbewerking, het opwinden, het op maat maken en het opbouwen van de schering tot het eigenlijke weefproces. Ook is er de mogelijkheid voor bezoekers en schoolklassen om zelf een tapijt te weven.

Het Stad museum van Zwettl in het oude stadhuis met een breed scala aan onderwerpen zoals: de stadsgeschiedenis van Zwettler, werk van de Kuenringer, tentoonstelling van pas gerestaureerd goud, vork- en bruids mutsen, Anton-collectie en regelmatig wisselende speciale tentoonstellingen. Deze stad biedt ook de mogelijkheid voor een langere pauze met een heerlijk kop koffie en gebak in een van de koffie-gebakwinkels.

Een absolute must is de Stift Zwettl Abdij! Dit klooster werd in 1138 gesticht door Hadmar I. van Künring en heeft tot op de dag van vandaag zijn middeleeuwse uitstraling behouden. Het klooster werd gebouwd in de eerste helft van de 13e eeuw. Je kunt hier de verschillende stadia van middeleeuwse architectuur volgen, als je naar de oudste delen kijkt, de noordelijke en de oostelijke vleugels, kun je de ronde romaanse bogen zien, in het fontein huis zijn er lancet-gotische bogen.
In de buurt van de slaapzaal, waar de monniken sliepen, bevindt zich het "necessarium", de latrine. De kapittelzaal in Romaanse stijl dateert uit het laatste kwart van de 12e eeuw. Het is dus het oudste nog bestaande cisterciënzer hoofdstuk. De kloosterkerk heeft een laatgotisch hallenkoor dat harmonieus combineert met een kooromgang en een ring van 14 kapellen, het barokke hoofdaltaar is gewijd aan de Hemelvaart van de Maagd Maria.
Nabij het klooster zijn er twee restaurants voor de lunchpauze.

Een ander hoogtepunt is een bezoek aan de ruïnes van kasteel Lichtenfels. Vanaf de heuvel waarop het kasteel staat heb je een prachtig uitzicht op het Ottensteiner Reservoir. Ottenstein is het verst stroomopwaarts en tevens het grootste van de drie stuwmeren langs de rivier de Kamp.
Het biedt landschappen van opvallende schoonheid en tal van populaire recreatieve activiteiten. De diepe inhammen langs de oever van het meer doen denken aan Scandinavische fjorden, een landvorm die niet echt typisch Oostenrijks is. Ze maken deel uit van de bijzondere charme van deze regio rond het Ottenstein-stuwmeer.

In het ambachtsmuseum “am Berg” in St Leonhard beleef je de oude ambachts technieken en het landelijke leven! In de handwerk demonstraties laten ambachtslieden zien hoe mensen vroeger alledaagse producten maakten met eenvoudig gereedschap. Er wordt onder meer gedemonstreerd: smeden, kleermakers werk, cobbling, weven, houtbewerking, knopen draaien en kantklossen.
Werk op de boerderij zoals zeis vellen, stro bedekken en dorsen zijn ook te zien. Ook de typische vrouwen gebieden van die tijd, zoals wasgoed, keukengerei, spinnen en broodbakken, worden getoond. Zogenaamde “brand vlekken” zijn te proeven op de demonstratie zondagen in de nagebouwde oven!

In Zogelsdorf kun je in het Steinmetzmuseum het huis van de steenhouwer zien hoe de zandsteen werd gewonnen en verwerkt. De gereedschappen en technieken worden besproken en toegelicht in het museum en in de Johannes Schausteinbruch.
Verder kun je hier ook het Zogelsdorf kasteel bezoeken, het dateerd uit de 16e en 17e eeuw. Vanaf 1522 was het voormalige herenhuis eigendom van adellijke families. In 1831 werd het gebruikt als herberg. Tegenwoordig is het kasteel eigendom van de familie Perko-Greiffenbühl. In 2009 werd in verschillende zalen een museum van religieuze orde opgericht, dat wordt beheerd door de IOU Society for Religious Studies, Heraldry and Family Research. Er zijn verschillende decoraties, onderscheidingen en medailles te zien.

Marchegg Castle is een barok kasteel in Marchegg in Neder-Oostenrijk. Als een van de vijf Marchfeld-kastelen werd het gekozen als tentoonstellingslocatie voor de Neder-Oostenrijkse Staatstentoonstelling in 2022. Daartoe wordt het kasteel volledig nieuw leven ingeblazen en gerestaureerd. Het kasteel in Marchegg werd door koning Ottokar II van Bohemen als waterburcht gebouwd en maakte deel uit van de stadsversterkingen van Marchegg. De eerste schriftelijke vermelding van dit kasteel stamt uit het jaar 1268. Bijna 400 jaar later werd de gracht gedempt, het hoekbastion verwijderd en het kasteel omgebouwd tot een barok paleis. In de volgende twee eeuwen was het kasteel voornamelijk een jachthuis en zomerverblijf van de Hongaarse koninklijke familie Pálffy ab Erdöd. Het voormalige jachtgebied rond het kasteel is al 40 jaar aangewezen als natuurgebied en wordt beheerd door het WWF.

De laatste stop voordat we inchecken in ons hotel in Bratislava is een bezoek aan de UFO bridge een must. Het uitzicht over de stad is fantastisch.
Bratislava is een mooie stad met veel cultuur en zeker een langer bezoek waard.