Onderweg komen we door McBride. McBride ligt in de Robson Valley tussen twee grote bergketens met beschermde natuurgebieden zoals Wells Gray Provincial Park en Bowron Lake Provincial Park aan de ene zijde en Mount Robson Provincial Park en Willmore Wilderness Park aan de andere zijde.
De nabijheid van deze parken en de aanwezigheid van de Fraser rivier maken de omgeving zeer geschikt voor allerlei buitenactiviteiten. In de late zomer en de herfst kun je in de Beaver rivier de grote zalmstroom zien. Op korte afstand van McBride ligt het Horseshoe Lake Bird Viewing Station. Hier kun je het hele jaar door vogels zien en fotograferen.

Mount Robson Provincial Park, gelegen ten westen van Jasper National Park in Alberta, is het op één na oudste park van British Columbia. Het dankt zijn naam aan de 3.954 meter hoge Mount Robson, de hoogste piek van de Canadese Rocky Mountains. Het park is voor een groot deel toegankelijk per voertuig, maar bestaat ook nog deels uit wildernis waar
vrijwel nooit iemand komt. De Fraser-rivier, de langste rivier van British Columbia, vindt zijn oorsprong in Mount Robson Park. In het park leven meer dan 180 verschillende vogelsoorten. Daarnaast leven er veel dieren die je vaak in het
gebied van de Rockies tegenkomt. In de lager gebieden vind je voornamelijk zwarte beren, elanden en herten, terwijl bijvoorbeeld grizzlyberen en berggeiten in hoger gelegen gebieden rondlopen.

Het gastvrije, pittoreske stadje Jasper ligt midden in Jasper National Park, het grootste park in de Canadese Rockies. Het park bestaat uit gletsjers, kristalheldere meren, watervallen, diepe kloven en dichte, groene bossen. Je vindt er meer dan duizend kilometer wandelpaden. In de winter heb je uitzicht op besneeuwde bergtoppen en zie je bevroren watervallen. Jasper is dan een echt winterwonderland. Het park staat echter vooral bekend vanwege het vele wild dat er leeft, waaronder elanden, herten en beren.

De Yellowhead Highway doorkruist Jasper National Park van oost naar west en is samen met de Icefields Parkway (die vanuit het zuiden op deze weg aansluit) de belangrijkste toegangsweg. De Icefields Parkway verbindt het stadje Jasper met de Trans-Canada Highway nabij Lake Louise en Banff. Deze grote doorgaande wegen zijn verhard goed en toegankelijk voor auto's en campers. De Mt. Edith Cavell Road is vanwege de haarspeldbochten lastig te navigeren per camper. Voertuigen langer dan 7 meter zijn hier niet toegestaan. Wegens sneeuwval is de weg doorgaans tussen half oktober en eind juni
gesloten.

De topattractie van de plaats Jasper is de Jasper Skytram. De kabelbaan brengt je naar de 2.277 meter hoge Whistlers Mountain, waar je bij helder weer meer dan tachtig kilometer van je af kijkt en een goed beeld krijgt van de uitgestrektheid van het park. Op de berg zijn verschillende wandelpaden, een souvenirwinkel en een restaurant. Eenmaal weer beneden kun je kiezen voor de Discovery Trail, een acht kilometer lange tocht rond de stad of een bezoek aan een van de musea.

In deze 4 sterren route rijd je over mooie goede wegen, door een adembenemende omgeving en de stop in McBride moet je zeker doen, je kunt meteen even tanken en wat eten en/of drinken.

Geschiedenis:
De eerste mensen vestigden zich meer dan 10.000 jaar geleden in Jasper en omgeving. Dit waren inheemse Noord-Amerikanen die leefden van de jacht. David Thompson was de eerste Europeaan die de Athabasca-vallei, waarin Jasper gelegen is, bezocht. Hij bracht vanaf het eind van de achttiende eeuw voor de Hudson's Bay Company en later voor de North West Company grote delen van Noordwest-Canada in kaart. Hij stichtte enkele nederzettingen en dreef handel met inheemse stammen.

Thompson bouwde in 1813 onder het gezag van de North West Company een opslagdepot voor handelswaar op de plaats van het huidige stadje Jasper. Het depot kwam bekend te staan als Jasper House, vernoemd naar Jasper Hawes, de klerk van de North West Company. Meer dan een halve eeuw lang diende Jasper House als een belangrijke stop voor alle handelaren die te voet of met paard en wagen de omringende bergpassen overstaken. Ook was het een belangrijke ontmoetingsplaats voor reizigers, avonturiers en ontdekkers.

Bezoekers kozen in de loop van de negentiende eeuw echter steeds vaker voor een nieuwe manier van vervoer: de stoomboot. Jasper House sloot in 1884 zijn deuren. Het werd in 1909 afgebroken en het hout werd gebruikt om vlotten van te maken. Even daarvoor was het Jasper Forest Reserve opgericht door de Canadese overheid omdat de activiteiten van de spoorwegmaatschappij de natuur in de Athabasca-vallei bedreigden. Het Reserve beschermde 13.000 vierkante kilometer natuur en was de voorloper van Jasper National Park.

De plaats Jasper ontstond in 1911 rond een nieuw station van de Grand Trunk Pacific Railway. De oorspronkelijke naam Fitzhugh, naar een ondervoorzitter van de maatschappij, werd later veranderd in Jasper, om het overeen te laten komen met de naam van het park. Na de uitbreiding van de infrastructuur en de komst van de auto ontdekte het grote publiek de regio. Het bezoekersaantal van het nationale park groeide van de sporadische bezoekers in de negentiende eeuw tot de huidige drie miljoen toeristen per jaar.