Dit is de eerste route uit een reeks van 9 ritten door Slowakije. De ritten zijn zo opgebouwd dat je, met het rijden ervan, een mooi beeld krijgt van de diversiteit van het land. Je rijdt door verscheidene natuurparken, over indrukwekkende bergtoppen en schitterende vlaktes. Dankzij de vele bezienswaardigheden onderweg, leer je meer over de rijke Slowaakse historie en cultuur.

Deze eerste rit start vanuit Devín en brengt je via de Kleine Karpaten naar Banska Stiavnica. De route is er eentje om je tanden in te zetten... Of worden de tanden in jou gezet?

De reis start in een van de stadsdelen van Bratislava, Devín. Hotel U Srnčíka is een prima uitvalsbasis om de vakantie mee te beginnen. Van hieruit kun je gemakkelijk Bratislava verkennen en heb je een uitgelezen kans om de burcht-ruïne van Devín te bezoeken. Het nationaal monument boodt een perfect strategische positie om het gebied te verdedigen waar de Donau en Morava samen komen.

Tevens kun je vanuit Devín de Devínska Kobyla (514m) beklimmen via een 4 km lang wandelpad. Het gebied op en rond deze berg is van paleontologische waarde: her en der kun je fossielen tegenkomen. Het pad brengt je naar een plek net niet op de top, omdat zich daar een verlaten militaire raketbasis bevindt. Ondanks dat kun je, bij helder weer, genieten van de schitterende vergezichten op de Donau, Oostenrijk en Hongarije.

In de ochtend verloopt je route voornamelijk door de Kleine Karpaten (Malé Karpaty). In eerste instantie rijd je langs de westkant van het gebergte Noordwaarts, om bij het dorpje Pernek Oostwaarts te draaien en de klim te maken naar het hoogst berijdbare punt van de Kleine Karpaten, op ongeveer 530m. Het uitzicht op de bergpas verandert abrupt zodra je aan de Oostkant het bos uitrijdt. De komende kilometers heb je uitzicht op de overvloed aan wijnranken langs de route.

Slowakije staat onder andere bekend om de meeste kastelen, burchten en paleizen ter wereld. Indien je zin hebt kun je vandaag meerdere kastelen bezoeken. Het eerste kasteel langs de route is Červený kameň. In het gelijkname dorp kun je van de route afwijken om de bezienswaardigheid te bezoeken. Evenals de burcht in Devín is het kasteel gebouwd in het begin van de 14e eeuw. Červený kameň is een van de vele kastelen gebouwd om te dienen als onderdeel van de verdedigingslinie van het Hongaarse koninkrijk. Vanaf de 17e eeuw tot aan WWII was het kasteel in bezit van de Hongaarse adellijke familie Pálffy. Tegenwoordig is het een museum.

Niet lang daarna kom je aan in Smolenice. Hier kun je pauzeren bij Restaurant Havran en eventueel kasteel Smolenický bezoeken. Wederom is dit kasteel in het bezit geweest van de Pálffy familie. Net als het vorige kasteel, heeft Pálffy het kasteel overgedragen aan de staat vlak na WWII. Het kasteel is op loopafstand van het restaurant.

Na deze koffiestop vervolgt de route zich verder door de Kleine Karpaten. Langzaamaan kom je aan de noordkant van dit gebergte uit, op de heuvel van General Milan Rastislav Štefánik. Een mooi moment om even de benen te strekken en het monument van de oprichter van Tsjechoslowakije te bezoeken. Tevens heb je van hieruit een spectaculair uitzicht op de omliggende bergen en valleien.

Voordat je de laagvlakte inrijdt, kun je nog een kasteel bezoeken. In Čachtice sla je een doodlopende weg in richting Kasteel Čachtický. Vanaf de parkeerplaats loop je in ongeveer 20 minuten naar dit ijzingwekkende kasteel. Vergeet niet om je nek goed te bedekken. Dit kasteel is vooral bekend vanwege een beruchte bewoonster: Elizabeth Bathory. Een gruwelijke gewoonte van deze Hongaarse gravin heeft zeer waarschijnlijk als inspiratie gediend voor Bram Stokers’ karakter Dracula. Als dochter van een Transylvaanse prins trouwde ze een Hongaarse adelman en betrokken ze het kasteel in Čachtice. Hier is Elizabeth ervan overtuigd geraakt, dat het bloed van jonge meisjes haar de eeuwige jeugd zou kunnen bieden. Deze overtuiging heeft haar de titel "grootste seriemoordenaar aller tijden” opgeleverd. Pas na meer dan 600 meisjes te hebben vermoord (en o.a. hun bloed te hebben gedronken) is ze betrapt en levend in haar eigen kasteel ingemetseld. Haar stoffelijk overschot is op een onbekende plek begraven. Je kunt met een gerust hart (nek) rondwandelen... toch?

Na dit ijzingwekkende bezoek daal je af naar de warmere laagvlakte van de rivier Váh. Dit is met 406 km de langste rivier van Slowakije. Je steekt deze rivier over bij het Sĺňava Reservoir, een van de vele stuwmeren op de rivier.

Aan de rand van beschermd natuurgebied Ponitrie kun je even pauzeren bij Salaš Kostrín. Dit restaurant ligt een beetje verstopt, maar is daardoor des te charmanter. Op het terras kun je heerlijk bijkomen van de avontuurlijke rit.

Het stekelige op deze route blijft maar komen. Niet alleen de tanden van Dracula en puntige kasteeltorens, maar ook de scherpe hoorns van bizons (wisent) kun je zien vandaag. In Topoľčianky bevindt zich sinds de jaren '50 een locatie met wisents. Rond 1930 was deze bijzondere bizon bijna uitgestorven. Mede dankzij de fokprogramma's (zoals in Topoľčianky) is de populatie weer aan het groeien.

Het laatste deel van je rit loopt door het Natuurpark Štiavnické vrchy. De bergen hier bestaan voornamelijk uit vulkanisch gesteente. Doordat het gesteente veel zilver bevat, ontstonden veel zilvermijnen rondom de stad Banská Štiavnica. In de 17e eeuw bereikten de mijnen zowel hun dieptepunt als een hoogtepunt. De mijnen gingen zo diep de grond in, dat de schachten volstroomden met grondwater. Dier- en mankracht werd ingezet in een poging deze schachten leeg te pompen. De kosten hiervoor liepen zo hoog op, dat vanuit Wenen werd besloten de mijnen te sluiten. Gelukkig wist een slimme ondernemer een oplossing te verzinnen via de Tajchy. In de loop van de 17e en 18e eeuw werd een complex systeem van zo'n 60 tajchy (stuwmeertjes) gemaakt, aan elkaar verbonden via meer dan 100km aan kanalen en tunnels. Dit systeem voorzag de mijnen van energie om de schachten droog te houden. Tegenwoordig zijn nog slechts 24 Tajchy bewaard gebleven en worden nu beschermd als UNESCO Heritage Sites.

Dankzij dit bijzondere systeem bloeide de welvaart verder op in het stadje Banská Štiavnica. De enorme kennis en ervaring op het gebied van mijnbouw zorgde er tevens voor dat hier de eerste Technische Universiteit ter wereld werd opgericht.

De huidige route reist door Banská Štiavnica naar een van de tajchy's in het gebied: het bovenste reservoir van Banská Hodruša. Hier kun je overnachten bij Chata Hodruša en genieten van alle rust in het natuurpark. Indien je zin hebt om de cultuurrijke binnenstad van Banská Štiavnica te verkennen, dan kun je bijvoorbeeld overnachten in hotel Salamander. Van hieruit liggen de binnenstad en haar bezienswaardigheden op loopafstand.